HET FAMILIEWAPEN BOELENS

met dank aan drs J.A. de Boo, heraldicus

 

Een wapen is een in kleur uitgevoerd kenteken van een familie – ook wel van een collectiviteit of van een individu – dat wordt vormgegeven volgens de maatstaven van de blazoenkunst. Die maatstaven zijn als volgt nader te preciseren.

Omdat familiewapens van oudsher dienen om personen die door bloedverwant­schap met elkaar verbonden zijn van anderen te onderscheiden, zijn ze erfelijk en bestendig, dat wil zeggen dat ze vrijwel onveranderd aan de volgende generaties worden doorgegeven.

Voorts wordt het kenteken afgebeeld op de uitrusting van een middeleeuwse ridder, tenminste een schild en vaak verder met helm, een helmteken en –kleden, dat zijn de guirlandeachtige krullen die vanaf het helmteken langs de helm en het schild afhangen. Bij het afbeelden wordt maar een beperkt aantal kleuren gebruikt en de figuren worden gestileerd en niet afgebeeld naar de natuur.

Een wapen is dus wel bestendig maar niet onveranderlijk en vast zoals oude definities het wel eens stellen. Iedere genealoog die onderzoek doet naar een familiewapen zal geconfronteerd worden met het fenomeen dat er binnen hetzelfde geslacht varianten van het familiewapen voorkomen; regionale verschillen en/of verschillen per persoon en per generatie. De conclusie moet dan ook luiden dat hèt familiewapen een abstractie is die door iedereen die het uitbeeldt wordt geconcretiseerd. Het kopieerapparaat bestaat nog niet zo lang. Er zijn altijd stijlverschillen – iedere periode en iedere kunstenaar heeft zijn eigen stijl – maar er kan ook een bewuste keuze aan ten grondslag liggen van de wapenvoerder die aan zijn wapen een persoonlijke toets wil geven. Hij is altijd een individu dat zich door zijn wapen kenbaar maakt als lid van deze of gene familie. En laten we ook de onbekendheid niet vergeten. Een familiewapen is geen gangbaar artikel en was dat ook vroeger niet. Archieven waren lang niet zo toegankelijk als nu en de kerken of kerkhoven waar het wapen te vinden is konden ver verwijderd zijn. Familieleden waren dus niet allemaal even goed op de hoogte. Wanneer een wapen voor een bepaalde gelegenheid werd aangenomen, kon het zelfs na enkele generaties weer vergeten zijn zodat er later een compleet ander wapen werd aangenomen. Het is dus niet verwonderlijk dat ook het familiewapen Boelens een zekere variatiebreedte kent, ja dat er zelfs sprake is van twee familiewapens.

Veel werk op dit gebied is verricht door een ambtenaar van het rijksarchief in Groningen, A. Pathuis. Tussen 1942 en 1973 heeft hij, meestal op de fiets, alle kerken en kerkhoven van de provincie Groningen bezocht. Zijn bedoeling was een nieuwe bewerking te verzorgen van het in 1910 verschenen boek: ‘Grafschriften in Stad en Lande’, door J.A. Feith e.a. Hij noteerde o.a. grafteksten en maakte beschrijvingen van wapens die in de zerken gebeeldhouwd waren. Hij beperkte zich tot teksten van grosso modo vóór de invoering van de burgerlijke stand. Dit werk resulteerde in het in 1977 verschenen veel geraadpleegde boek: Groninger Gedenkwaardigheden, teksten wapens en huismerken van        1298-1814 door A. Pathuis. Dankzij dit boek beschikken we over veel informatie die inmiddels reeds verloren is gegaan door slijtage van de zerken en door de zure regen. Daardoor is dit werk van zeer grote waarde.

Het oudst bekende wapen is dat van Bene Boelens (1609/1610-1638, stam B, nr. III-a) op zijn grafzerk in de Martinikerk in Groningen, in alliantie met dat van zijn vrouw. Zijn wapen: drie rozen, dat van zijn vrouw: Gedeeld: I, een kreeft; II, een dwarsbalk beneden vergezeld van drie hulstbladeren [bron: GDW nr.1548A].

Een tweede wapen komt tot ons op een tweetal grafzerken van een vrouw en haar schoondochter, die beiden met een Boelens getrouwd waren.

De oudste zerk ligt in het middenpad van de kerk van Uithuizen. Hij is van Grietje Ubbes                      (r. 1615-1682), de vrouw van Jan Luirts (Boelens) (r. 1608 - r. 1664, stam C, nr. III-d). Er staat een alliantiewapen op: twee wapens onder één helm met helmteken. Het wapen, dat door Pathuis wordt beschreven, is inmiddels door slijtage van de steen vrijwel onherkenbaar. Het is gebruikelijk dat het wapen van de man links staat en dat van de vrouw rechts. Links en rechts gezien vanuit de toeschouwer van de zerk. We mogen dus aannemen dat het linker wapen dat van Jan Luirts is. A. Pathuis omschrijft het als: Een linkerschuinbalk, beladen met een ster, de linkerschuinbalk vergezeld van boven en van onderen van een roos op een stengel, bij de bovenste naar beneden en bij de onderste naar boven gericht.

 

Het wapen van Grietje Ubbes zelf is dan: Gedeeld: I, een in drie rijen van vijf stukken geschaakte schuinbalk, vergezeld boven van drie klaverbladeren en onder van een klaverblad; II, een dwarsbalk, beladen met een ster, vergezeld boven van een huismerk tussen een ster (boven) en een roos (onder) en beneden van drie rozen.  Helmteken: een ster.

De veronderstelling dat dit een Boelenswapen is, wordt ondersteund door het alliantiewapen op de zerk van haar schoondochter Grietje Heres (r. 1652-1704) op het kerkhof te Rottum. Zij was getrouwd met IJsebrant Jansen Boelens (1644/1645 – 1714, stam C, nr. IV-b), de zoon van vorengenoemd echtpaar. Het wapen is: Gedeeld: I, een linker­schuinbalk beladen met een ster en ter weerszijden begeleid door een gesteelde en bebladerde roos; II, eveneens gedeeld: a. een dwarsbalk beladen met een ster en vergezeld boven van een met twee omgekeerde pijlen schuinkruiselings doorstoken hart en onder door drie klaverbladen; b. een geplante boom. Helmteken:  een lelie, I = links en II = rechts [GDW 3732 en 3240]. Als we de twee linkerhelften van de wapens van schoonmoeder en schoondochter met elkaar vergelijken zien we een soortgelijke omschrijving. Deze helften slaan op hun echtgenoten Boelens.

De zerk van Grietje Heres is ook heel erg versleten. Gelukkig heeft Otto Nienhuis er in 1978 nog een foto van gemaakt, waarop de details van het wapen veel beter te onderscheiden zijn dan tegenwoordig nog mogelijk is. Daar wordt ook duidelijk hoe fraai geslingerd de rozen waren. De omschrijving van het oudste wapen uit 1682 door A. Pathuis is aangehouden bij het schilderen van het wapen ten behoeve van deze genealogie (zie voorzijde). Het wapen is geschilderd door de heer William Coolen uit Berkel-Enschot.

Dan is er nog een vierde zerk uit 1848 op het kerkhof te Rottum op het graf van Eiske Willems die gehuwd was met Harke Freerks Langeland (1771-1848), landbouwer op Langenhuis te Rottum. Zij was verwant aan de familie Boelens en woonde ook op de boerderij Langenhuis te Rottum waarop Grietje Heres gewoond had. Het wapen is dat van de familie Boelens, maar nu met helmteken de roos uit het schild. Het is niet duidelijk of het wapen via een vererving langs vrouwelijke lijn is vererfd – iets wat in het Groningerland herhaaldelijk voorkwam – of dat het wapen te maken heeft met de boerderij, wat ook wel voorkomt. Misschien zelfs een combinatie van beide.

Dit wapen staat ook op een zilveren lepel, die begin jaren ’90 van de vorige eeuw in bezit was van Catharina Harmina Stiekema in Groningen. Als oudste kleindochter had zij hem geërfd van haar grootmoeder Catharina Huizenga. Deze was weer een dochter van Johanna Jacobs Wijninga voor wie de lepel als dooplepel gemaakt was in 1825. Zij (en dus ook Catharina Harmina Stiekema) was een rechtstreekse afstammelinge van IJsebrant Jansen Boelens en Grietje Heres.[1]

 

 

 

Tekening van de lepel met onder de kroon de wapens die als een alliantiewapen op de zerk van Grietje Heres voorkomen

 

Met deze omschrijvingen en afbeeldingen kunnen we het wapen van de echtgenoot van Grietje Ubbes (1682) als volgt zien: Een linkerschuinbalk, beladen met een vijfpuntige ster en ter weerszijden begeleid door een vijfbladige dubbele roos op een golvende bebladerde steel, de bovenste omgekeerd. Helmteken: een ster.

Wie dit tweede wapen Boelens heeft aangenomen is niet meer bekend. Mogelijk was het Jan Luirts. In ieder geval heeft hij waarschijnlijk een flauwe notie gehad van het stad-Groningse wapen van Bene Boelens. Gezien het frekwent voorkomen van dit tweede wapen gedurende verschillende generaties moet dit wapen, afgezien van de varianten in de plaatsing van de rozen en de verschillende helmtekens, beschouwd worden als het familiewapen.

Blijft nog de vraag wat de kleuren zijn. Gekleurde afbeeldingen uit het verleden zijn niet bekend, dus die moeten opnieuw worden aangenomen. De familie Boelens is een Ommelander familie met takken die zich in de stad Groningen gevestigd hebben. Uitgangspunt voor de kleurkeuze was het Ommelander wapen: In zilver drie blauwe linkerschuinbalken vergezeld van elf rode harten (1-4-4-2). We komen dan op een blauwe linkerschuinbalk in een zilveren veld vergezeld van rode rozen, die als reminicentie aan het stadsgroninger wapen groene stelen en bladeren hebben en met een ster in de kleur van het veld.

De complete blazoenering is dan:

In zilver een blauwe linkerschuinbalk begeleid door twee groen gesteelde en bebladerde vijfbladige dubbele rode rozen, de bovenste omgekeerd, en beladen met een zespuntige zilveren ster. Helmteken de ster uit het schild; helmkleden blauw en zilver.

 

 

 

 

 

Wapen op de grafzerk van Grietje Heres (1704) op het kerkhof te Rottum in 1978; het linkerdeel is het familiewapen Boelens, waarbij de bovenste roos naar boven staat. Op het oudere graf van haar schoonmoeder wijst deze roos naar beneden.


 

 


 

[1] Zie: J.W. Stiekema: Het Geslacht Stiekema, Amsterdam, 1996, blz. 458-460; hier is in de tekening het woord

Langenhuis toegevoegd. Het wapen is echter niet echt verbonden aan de boerderij. Vergelijk: het wapen van de

eerste man van Grietje Ubbes (op Langenhuis): Isebrandt Jacobs (uit 1642: GDW nr. 3231), dat ook in een

gevelsteen in de boerderij verwerkt is.